De kosten bij een tweede verblijf aan de kust

De kosten bij een tweede verblijf aan de kust - Financieel - 2HB

Als je van plan bent om een tweede verblijf aan de Belgische Kust te kopen dan dien je rekening te houden met een aantal kosten.  Wij zetten alvast enkele financiële / fiscale kosten op een rijtje. 

Volgens het CIB Vlaanderen (Confederatie van Immoberoepen) haalden onze kustgemeenten de voorbije jaren 30 procent meer inkomsten uit belastingen op tweede verblijven. Hoe zit dat nu juist in elkaar?


Onroerende voorheffing

Net zoals voor je eerste woning betaal je ook voor je tweede verblijf onroerende voorheffing, gebaseerd op het geïndexeerde kadastraal inkomen, een geschatte netto-huuropbrengst. Het hoe en wat van de onroerende voorheffing kon je reeds lezen in ons artikel over de onroerende voorheffing.

Hoeveel belastingen je effectief moet betalen, hangt af van de gemeente waarin je tweede verblijf is gelegen. De basisheffing is bestemd voor het Gewest. De gemeenten en provinciën heffen nog eens opcentiemen op deze basisheffing.


Lokale belastingen

Naast de opcentiemen moet je ook nog lokale belastingen betalen. Hoeveel dat is, beslist de gemeente zelf. Dat bedrag kan erg schommelen, zeker in de kustgemeenten: tussen 420 en 1000€/jaar. Daarnaast innen sommige kustgemeenten ook nog een forfaitaire milieubelasting. En ben je maar weinig aanwezig in je tweede verblijf, dan riskeer je daarbovenop een leegstandtaks.

Overzicht  van de gemeentebelastingen bij tweede verblijven aan de kust.
(bron: Agentschap Binnenlands Bestuur)


Belastingaangifte

Een tweede verblijf moet je aangeven in je persoonlijke belastingaangifte. Hiervoor volstaat het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen op te nemen. Je betaalt dan belastingen op het geïndexeerde KI verhoogd met 40 procent. Dit kan worden verminderd met de intresten op leningen aangegaan voor je tweede verblijf.


Bron: netto.tijd.be