Het jaar van de zeeduivel

Bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar wordt er steeds een vis van het jaar verkozen. Daarmee wil men eigenlijk aantonen dat er een eindeloze variatie aan vis bestaat, ook in onze Noordzee. Na de rode poon wordt nu ook speciale aandacht aan de zeeduivel besteed. Bij ons is de zeeduivel niet erg bekend. Nochtans wordt hij op regelmatige basis aangevoerd. In 2014-2016 visten de Belgische vissers gemiddeld 1.188 ton zeeduivel per jaar. De vis wordt gevangen in de Keltische Zee, het kanaal van Bristol en de centrale Noordzee. De zeeduivel heeft zijn naam dan ook verdient; zijn monsterlijke kop zegt al genoeg én hij kan tot wel 2 meter lang worden. Vissers verwijderen meestal de kop om esthetische redenen en zo blijft enkel de staart over. Vandaar dat hij ook wel staartvis wordt genoemd.

Een goede zwemmer is de zeeduivel niet. Vaak ligt hij op 200 tot 300 meter diepte te wachten op zijn prooi. De vis geniet dankzij zijn kleur en vlezige uitsteeksels van een uitstekende camouflage. De zeeduivel kan met zijn grote bek met gemak een voorbij zwemmende vis naar binnen zuigen, die op hun beurt worden aangetrokken door de hengel boven zijn bek.

Ook in de keuken biedt de zeeduivel heel wat voordelen, het vlees is stevig, wit en heeft een zoete smaak. Er zitten geen graten in de staart en hij is gemakkelijk te bereiden. U kan er voor kiezen hem te bakken, te stoven of u kan de duivel zelfs zonder problemen op de BBQ leggen.

Naar jaarlijkse gewoonte heeft VLAM ook een receptenfolder uitgebracht met gerechten van zeeduivel. Dit jaar werden de recepten bedacht door NorthSeaChef Pieter Lonneville van restaurant Tête Pressée in Sint-Michiels-Brugge. Je kan de folder vinden bij de visspeciaalzaken . Als voorproefje vind je één van de recepten hieronder.

Herlees hier het integrale artikel.

Bron: weekend.knack.be