Een architecturale en culinaire mijlpaal in Oostduinkerke
De ‘twee boten’ liggen al sinds 1936 langs de Koninklijke Baan tussen Oostduinkerke en Koksijde en worden enkel gescheiden door 200 meter duingras. Door hun rijke geschiedenis zijn beide schepen ondertussen een heus begrip geworden aan de Belgische kust. Er zou immers nooit sprake van ‘De Normandie’ zijn geweest zonder het bestaan van ‘La Péniche’.
Bijna een eeuw geleden wou de familie Van den Bergh namelijk een horecazaak beginnen. De familie was echter niet kapitaalkrachtig genoeg en moest voor financiële bijstand aankloppen bij de kunstschilder Robert Buyle en diens schoonbroer Fernand Simon, die reeds een bistro in Parijs uitbaatte.
De schoonbroers zorgden voor het nodige kapitaal, tekenden de bouwplannen uit en namen ook de eigenlijke bouw voor hun rekening. De zaak kreeg een Franse naam en de vorm van een binnenschip, en in 1933 werd Jean Van den Bergh de uitbater van hotel-restaurant ‘La Péniche’.
Het duurde bijgevolg niet lang eer ‘La Péniche’ overspoeld werd door Franse toeristen, aangezien het grootste deel van de duinvilla’s in Oostduinkerke destijds werd gebruikt door Franse tweede verblijvers. De rest was in handen van Brusselse en Waalse eigenaars.
‘La Péniche’ groeide vervolgens al snel uit tot één van de grootste toeristische trekpleisters aan de Belgische kust, waardoor Buyle en Simon na twee jaar besloten om de Van den Berghs buiten te werken en zodoende zelf uitbater van ‘La Péniche te’ worden.
Jean Van den Bergh had tijdens de vele uren die hij in ‘La Péniche’ doorbracht echter opgemerkt hoe de Franse klanten maar niet konden zwijgen over de zogenaamde ‘Normandie’, een Franse pakketboot die in 1935 de 'blauwe wimpel' had gewonnen, een gerenommeerd ereteken voor het schip dat het snelst de overtocht van de Atlantische Oceaan kon maken.
Op dat moment was ‘de Normandie’ met een lengte van ruim 313 meter ook meteen één van de grootste schepen ter wereld.
Jean Van den Bergh besloot dan ook om een eigen hotel-restaurant in de vorm van het Franse schip te beginnen, ‘De Normandie’ was geboren.
Voor de ligging kozen de Van den Berghs voor een perceel dat nóg dichter bij de Franse grens lag, opdat de Franse toeristen en tweede verblijvers eerst ‘De Normandie’ zouden aantreffen op hun weg naar Oostduinkerke.
Het is ook omwille van deze reden dat beide schepen eveneens met hun aantrekkelijkste zijde richting Frankrijk staan. Vanaf 1936 was het duo onherroepelijk met elkaar verbonden.
Het duurde echter niet lang eer de wereldwijde economische crisis van eind jaren ’30 zich ook aan de kust liet voelen.
Naar verluidt kon Fernand Simon pas in 1962, na jarenlang in armzalige omstandigheden met zijn vrouw te hebben geleefd, zijn investering in ‘La Péniche’ aflossen.
In 1964 kwam ‘La Péniche’ in handen van nieuwe eigenaars. Eind jaren ’60 stond de tijdsgeest natuurlijk in teken van economische welvaart, een gegeven dat zich ook duidelijk aan de Belgische kust weerspiegelde.
Hoewel er toen veel villa’s door Duitsers werden aangekocht en/of gebouwd begonnen ook steeds meer Vlamingen goed te verdienen en hun weg naar de kust te vinden.
In 1978 besloten de toenmalige eigenaars om ook een kleinschalige werkplaats achteraan ‘La Péniche’ bij te bouwen, om zo de jaren met weinig toeristische activiteit te kunnen overbruggen.
De vaste klanten waren immers verzot op soufflé au Grand Marnier en garnaalkroketten. Bijgevolg ging men in de werkplaats op kleine schaal roomijs en kroketten voor de plaatselijke horeca produceren, wat toen ook meteen als voorname bron van inkomsten ging dienen.
In 2002 veranderde ‘La Péniche’ voor een laatste keer van eigenaars, zijnde de familie Mestdagh, die er in 2011 voor kozen om er een groepspension van te maken.
‘De Normandie’ werd tijdens de Tweede Wereldoorlog op haar beurt opgeëist door de Duitsers met als doel onderdak voor de Duitse officieren te verschaffen. Na de oorlog veranderde het hotel-restaurant ettelijke malen van eigenaar.
Vandaag de dag staat ‘De Normandie’ vooral bekend omwille van haar grote binnenruimtes. Naast de restaurantruimte zijn er nog drie feestzalen, waarvan de grootste tot 120 personen kan ontvangen.
Hoewel beide schepen over een bijzonder rijke geschiedenis beschikken, staan ze vandaag de dag nog steeds op dezelfde locatie.
‘De Normandie’ en ‘La Péniche’ zijn dan ook een vaste architecturale en culinaire waarde aan de kust geworden, waarnaar jaarlijks nog steeds verschillende (Franse) toeristen en tweede verblijvers afzakken.
Herlees hier het integrale, originele artikel.
Bron: HLN.be | Foto: © Bart LEYE
