De groene long van Vlaanderen

Tot op de dag van vandaag zijn er nog grote naaldbossen die in de hoogdagen van de mijnwerkers werden aangeplant om te dienen als hout voor balken in de mijngangen. Verder omvat het gebied beukenbossen, velden, kleine beekjes en de zogeheten Mechelse Heide, een uitgestrekte zandgrond met vennen. Het vormt een habitat voor meer dan 7.000 dier- en plantensoorten, waarvan velen enkel in het park voorkomen.

De grote aantrekkingskracht van het Nationaal Park zit ‘m net in de uitgestrektheid en de diversiteit.

Het prille begin van het Nationaal Park Hoge Kempen situeert zich echter in de jaren ‘90. De Limburgse steenkoolmijnen gingen toen dicht en de overheid diende aanzienlijke budgetten te spenderen om een massale werkloosheid in Limburg te voorkomen. Er ontstonden al snel plannen om de braakliggende mijnterreinen om te vormen tot shoppingcentra en bungalowparken.

De toenmalige directeur van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland, wat in feite een samenwerking vormde tussen de Kempense Steenkoolmijnen en Natuurpunt, kreeg echter het idee om in het gebied verschillende fietsroutes aan te leggen.

Het Limburgse stratenplan werd voordien immers alleen door lintbebouwing langs steenwegen gekenmerkt. Achter deze grijze massa lag echter een omvangrijk gebied van uitgestrekte bossen, versnipperde heidegebieden en zandduinen verscholen.

Met het behoud van dit natuurgebied wilde men de Limburgse stoflong immers tot een groene long transformeren.

Het natuurgebied bleef dan ook ongerept en alle verdere ontwikkeling, zoals de bouw van bezoekerscentra en de bijhorende toeristische voorzieningen, werd buiten het park ingepland.

In de reeds bestaande dorpskernen konden immers verschillende ondernemers, gaande van de plaatselijke bakkers tot caféuitbaters, mee profiteren van alle mensen die de natuur kwamen opzoeken.

Na tien jaar lobbywerk waarbij alle betrokken partijen, gaande van politieke instellingen tot diezelfde bakkers en caféuitbaters, overtuigd moesten worden was het in 2006 dan eindelijk zover. Het natuurgebied werd een nationaal park en bleek meteen een groot succes.

Anno 2021 trekt het Nationaal Park Hoge Kempen jaarlijks zo’n 1 miljoen bezoekers. De totale economische waarde bedraagt €191 miljoen omzet per jaar, niet alleen in het park, maar ook bij de verschillende horeca- en andere ondernemers die geld verdienen aan de vele bezoekers.

Door de realisatie van het nationaal park werden er ook meer dan 5.000 jobs gecreëerd, waarvan er slechts 190 rechtstreeks in het park tewerkgesteld zijn. Het overige deel is actief in de omliggende transportsector, toeristische diensten en horecavoorzieningen.

Ook werden er in de buurt van het gebied verschillende woonzorgcentra gebouwd opdat senioren hun oude dag op een groene wijze kunnen spenderen.

De waardestijging van omliggend vastgoed binnen een straal van 300 meter rond het park bedraagt in totaal ruim 65 miljoen.

Het Nationaal Park is ondertussen dan ook uitgegroeid tot een plek die niet enkel éénmalige bezoekers aantrekt, maar ook en vooral tot een plek waar mensen willen wonen, werken en op vakantie gaan.

Glampingresort Hoge Kempen is trouwens één van de projecten op 2HB die gelegen is aan een toegangspoort van het Nationaal Park Hoge Kempen.