Hernieuwde aantrekkingskracht van de stad

Tweede verblijf in een stad - Immo - 2HB

Niet dat de kust het slecht doet, maar het aanbod (en zeker in nieuwbouw), op dit 65km lange lint is niet onbeperkt.  De aantrekkelijkheid van de grote steden is toegenomen en neemt nog altijd verder toe.   De grote steden zijn de zogenaamde Vlaamse ruit Gent-Antwerpen-Leuven-Brussel, met centraal daarin Mechelen. En binnen de grootste steden kan je zelfs topzones aanduiden. In Brussel zijn dat in de eerste plaats het historische centrum, zeg maar postnummer 1000, de Europese wijk en de gemeente Elsene. In Leuven is dat het gebied Tweewaters, een vroegere industriële ruimte rondom de Vaartkom.

(NIEUW) KWARTAALRECORD

Dit betekent echter niet dat er elders geen opportuniteiten meer zouden zijn.  Buiten de ruit wordt de vastgoedmarkt sterk bepaald door lokale omstandigheden. Die kunnen er per stad sterk verschillen. Hoe dan ook, over heel het land is de markt dynamisch. De eerste drie maanden van 2017 waren al goed voor een nieuw kwartaalrecord, terwijl het vorige slechts een jaar oud was.

De motor van die markt blijft de historisch lage en in de meeste gevallen vrije rente. Ook voor een tweede vastgoed kan je een lening afsluiten, tot 70% van de waarde.  Voor de trek naar de steden zijn ook de bevolkingsgroei en de toenemende mobiliteitsproblemen doorslaggevende drijfveren. Heel wat mensen willen zich dichter bij hun werkstek in de stad vestigen, omdat ze anders dagelijks vele uren onderweg zouden zijn. Investeerders spelen hierop in. Ze kopen vooral studio’s en appartementen met één slaapkamer, om ze achteraf te verhuren. Wie koopt om er zelf definitief te komen wonen is eerder geïnteresseerd in een groter appartement, met twee of drie slaapkamers. En dan zijn er wat we de ‘hybride’ kopers noemen, mensen die hun tweede verblijf eerst verschillende jaren verhuren om er pas op termijn zelf hun intrek te nemen.

GROEN IN HET CENTRUM

Men ziet eveneens een mooie toekomst voor het centrum van de hoofdstad. “Toekomstmogelijkheden hangen niet alleen af van de vraag en de ligging, er moet ook voldoende ruimte beschikbaar zijn om te bouwen, zodat diverse projecten elkaar kunnen versterken. In de zone ten noorden van de kleine Ring, van beide kanaaloevers tot vlak bij het Noordstation is die ruimte er,”. “Zoveel ruimte zelfs dat je flink wat groen kunt integreren tussen de nieuwe gebouwen. In het historische deel van het stadscentrum is dit niet meer mogelijk.”

De ouderdom van de bestaande bebouwing varieert van dertig tot zelfs meer dan honderd jaar. “De kantoorgebouwen langs de Albert II-laan dateren uit de jaren zeventig en tachtig en voldoen niet aan de hedendaagse normen. Daarom wordt een aantal van deze oude energievreters afgebroken en vervangen door nieuwe, passieve kantoorgebouwen en appartementen. Dat is een goede zaak, want nu ligt de wijk er na kantoortijd doods bij. De Vlaamse overheid verhuist naar de overkant van het kanaal, naar Tour en Taxis. Bovendien zullen al deze nieuwe projecten op hun beurt nieuwe horeca, winkels en recreatie aantrekken.” 

Bron: HLN.be