Wat de fiscus voor u kan betekenen

Wie kan door het bos de bomen nog zien, als het gaat over welke regering bevoegd is voor wat, in dit land? Het kan voor uw portefeuille nochtans doorslaggevende gevolgen hebben. Zeker als het om investeringen in vastgoed draait. Want ondanks de complexe politieke en economische verhoudingen van dit land bestaat er alsnog een fiscaal voordeel: niet alleen bij de aankoop van uw eerste, maar ook bij uw tweede verblijf.

Hoezo, meer dan een woonbonus?

Veel mensen kennen de woonbonus: het fiscale duwtje in de rug bij de lening van een eerste appartement of woning. Het gaat hier om een premie van de Vlaamse overheid, die je recht geeft op een belastingvermindering van maximum € 944 per persoon per jaar tijdens de eerste 10 jaar van de vastgoedlening. Bij gebruik van deze maatregel voor een eerste woning is het echter niet mogelijk deze tijdens de lopende leningstermijn voor een tweede woonbonus in te zetten.

Maar hier komt het mooie nieuws: terwijl die eerste lening loopt, is er voor u wel de mogelijkheid om gebruik te maken van fiscale gunstmaatregelen op federaal niveau. België zou België niet zijn zonder een complexe opdeling tussen gewestelijke en federale bevoegdheden. Wij bij 2HB bieden echter graag dat extra duwtje in de rug en lichten even toe

Maak gebruik van kredieten en verhoog zo je rendement!

Om je belegging in vastgoed fiscaal interessant te maken, leen je best een deel van het geïnvesteerde bedrag. Want op die manier kan je gebruik maken van drie fiscale gunstmaatregelen.

Het eerste systeem is het eenvoudigst. Alle inkomsten uit dat onroerend goed, weliswaar voornamelijk huur, worden belast. Maar de interesten van je lening kunnen afgetrokken worden van die inkomsten, waardoor je minder taksen betaalt. Verhuur je handelsruimtes, kantoren, etc. dan gaat de kost van de intresten af van je netto huurinkomsten. Verhuur je aan particulieren, dan gaan de kosten af van het kadastraal inkomen. Het onderlinge verschil zal je snel merken op de belastingbrief.

De twee andere systemen zitten complexer ineen maar omvatten in feite gewoon een andere berekeningsmethode. Want daar moet u uiteindelijk uitmaken welke van beide fiscale aftrekken het meeste rendeert. In beide gevallen is de fiscale ‘winst’ maximum 678 euro, maar het kan ook minder zijn. Dit hangt uiteraard af van uw eigen situatie. Het komt er dus op aan te weten of het andere systeem, zijnde de inbrenging van de kosten van een Tak 21-spaarrekening, meer of minder gaat opbrengen en wat dat dan precies voor u inhoudt. Een goede simulatie maken is dus de boodschap.

De tweede optie (systeem 2) is de inbreng van de kapitaalaflossingen en de premie voor de schuldsaldoverzekering als aftrekbare kosten in uw belastingen. Hierop staan wel twee beperkingen. De aftrekbare kost is begrensd op € 169,20 opgeteld met 6% van netto belastbaar beroepsinkomen (met een maximum van € 2.260). Ook kunnen enkel de kosten worden afgetrokken van de terugbetaling van een eerste schijf van de lening van € 75.270. De totale besparing? Maximum € 678 (of 30% van € 2.620).

Systeem 3 houdt het inbrengen van de kosten van een Tak 21-spaarverzekering in hetzelfde mechanisme in. En aangezien de fiscus werkt met een maximumbedrag, is het dus aangeraden een keuze te maken tussen de twee. Welke keuze uw het best neemt hangt dus af wederom af van uw individuele situatie.

Bron: immo.vlan.be