Uw tweede verblijf aangeven

Tweede verblijf aangeven - Fiscaal - 2HB

Op alle vastgoed waarvan u eigenaar bent, betaalt u jaarlijks een onroerende voorheffing. Voor uw belangrijkste gezinswoning heeft u daarmee reeds afgerekend met de fiscus. Ander vastgoed, zoals een tweede verblijf, wordt via de jaarlijkse belastingaangifte nog een tweede keer belast.

Dat geldt dus ook voor uw tweede verblijf dat u nooit verhuurt.

Deze aangifteplicht is er zowel voor Belgisch als voor buitenlands vastgoed. Door de toenemende internationale gegevensuitwisseling is het overigens een utopie te denken dat de fiscus geen weet heeft van uw buitenlands vastgoed.

HOE AANGEVEN?
Voor een tweede verblijf in België volstaat het om het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen aan te geven in uw belastingaangifte.

HET BEDRAG VAN DE BELASTING
De fiscus indexeert het aangegeven kadastraal inkomen en verhoogt het vervolgens met 40 procent. Eventueel betaalde intresten voor de financiering van het vastgoed (tweede verblijf) kunnen in mindering gebracht worden. Dat bedrag wordt bij uw overige inkomsten gevoegd en belast tegen uw hoogste belastingtarief. Dat zogenaamde marginale tarief bedraagt 25 procent en kan oplopen tot 50 procent (exclusief gemeentebelasting).

WELKE CODES?
Voor een tweede verblijf in België vult u het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen onder de titel ‘A. Belgische inkomsten’ in bij de code 1106/2106. Moet u meer dan één pand aangeven, dan telt u de kadastrale inkomens op en zet u het totale bedrag in code 1106/2106.

Herlees hier het integrale artikel.

Bron : tijd.be