De meerwaardebelasting bij de verkoop van een tweede verblijf

De meerwaardebelasting bij de verkoop van een tweede verblijf - Fiscaal - 2HB

Zoals reeds aangegeven in onze kustartikel ‘Appartementen op zeedijk zijn populairder dan ooit maar ook duurder’ van 16 juni jl. komt de evolutie van de stijgende vastgoedprijzen nog het sterkst tot uiting op de markt van de tweede verblijven.

De stijgende vastgoedprijzen aan o.a. de kust zorgen er immers voor dat eigenaars van een tweede verblijf dan ook een mooie meerwaarde kunnen realiseren bij de eventuele verkoop van dat verblijf.

In principe zijn er binnen de personenbelasting twee types van meerwaardebelasting op onroerend goed van toepassing.

Ten eerste moet iedereen die een stuk bouwgrond verkoopt binnen de acht jaar na aankoop rekening houden met een potentiële meerwaardebelasting. Die belasting bedraagt 33% op de meerwaarde als die werd gerealiseerd binnen de eerste 5 jaar na de aankoop. Bij verkoop tussen het 5de en 8ste jaar bedraagt de meerwaardebelasting 16,5%.  Als de bouwgrond verkocht wordt na 8 jaar dan is de eventuele meerwaarde belastingvrij.

Bij de verkoop van een pand kan er ook sprake zijn van een meerwaardebelasting en hiervoor is de termijn 5 jaar.  Als de verkoop plaats vindt na 5 jaar dan is er geen meerwaardebelasting te betalen.

Het belastingtarief bij meerwaarde op gebouwen is 16,5% met uitzondering van de meerwaarde op je eigen woning.  Die meerwaarde is altijd belastingvrij zelfs bij een verkoop binnen de vijf jaar na aankoop. De potentiële meerwaardebelastingheffing is dus enkel van toepassing bij de verkoop van een tweede verblijf of een opbrengsteigendom.

De belastbare meerwaarde is echter niét gelijk aan het verschil tussen de aankoop- en de verkoop­prijs. Hierop dienen er nog een aantal correcties gemaakt te worden.

De fiscus gaat de belastbare meerwaarde berekenen op de netto verkooprijs, zijnde de verkoopprijs minus de kosten van de verkoop zoals o.a. de commissie van de makelaar.  Van dit bedrag wordt vervolgens de gecorrigeerde aankoopprijs in mindering gebracht.  Dat is de oorspronkelijke aankoopprijs verhoogd met een forfaitair kostenpercentage van 25% + 5% per volledig verlopen jaar sinds de aankoop.  Aan dit bedrag mogen ook nog de kosten van eventuele werken, uitgevoerd door een geregistreerd aannemer, worden toegevoegd.

In de praktijk komt erop neer dan je enkel in uitzonderlijke gevallen (bv. wanneer je op een zeer korte termijn je tweede verblijf verkoopt en er een aanzienlijke meerwaarde is) een meerwaardebelasting zal moeten betalen.

Herlees hier het originele, integrale artikel.

Bron: hln.be