De gevolgen van een 2de hypothecaire lening

Tweede hypotheek - Financiëel - 2HB

Een hypotheek is steeds verbonden aan een specifiek onroerend goed en houdt in principe in dat u een bank het recht geeft om dat  onroerend goed te verkopen, indien u uw verplichtingen niet langer nakomt. De opbrengst van die verkoop kan de bank vervolgens gebruiken om de schuld van die openstaande lening te delgen. Niet onbelangrijk om te vermelden is dat het bij die specifieke verkoop niet uitmaakt of u de lening aanging voor dat pand of voor een ander.

Anders gezegd, u kan perfect een lening voor een tweede verblijf aangaan en als waarborg de hypotheek aan een ander onroerend goed gebruiken en zelfs meerdere hypotheken op eenzelfde onroerend goed laten vestigen. De bank waarbij u uw eerste lening aanging, staat voorop in de hypothecaire ranglijst, de bank die daarop volgt de tweede plaats, de bank die daarna komt de derde, enzovoort.

Bij een gedwongen uitwinning zal de eerste bank als eerste worden uitbetaald, daarna pas de tweede bank en dan pas de derde. Dat maakt bijgevolg dat de waarborg voor de eerste bank sterker is dan die voor de tweede en de derde bank.

Financieel en fiscaal vlak

Indien u reeds een hypothecaire lening heeft lopen en u wil de aankoop van uw tweede verblijf ook financieren met een dergelijke lening dan heeft u wederom een keuze. Enerzijds kan u een hypotheek in eerste rang laten nemen op dat nieuwe pand. Anderzijds kan u een hypotheek in tweede rang op uw eerste woning nemen. In dat laatste geval kan u er zeker van zijn dat uw bank zal controleren of uw eerste woning effectief voldoende waarde heeft om twee hypothecaire leningen te kunnen dragen. Bovendien kan uw bank overwegen om een hoger tarief aan te rekenen omdat ze een hoger risico loopt.

Zoals eerder vermeld heeft u de keuze om uw tweede lening bij dezelfde bank of bij een andere bank te nemen. In beide gevallen zal er worden afgewogen of u over voldoende inkomsten beschikt om de kredieten af te betalen en of u voldoende waarborgen kan geven indien het toch fout zou gaan.

Enkel op fiscaal vlak liggen de kaarten anders. Voor de woning die u zelf bewoont, heeft u in Vlaanderen recht op een woonbonus van 1.520 euro. Tijdens de eerste tien jaar van de lening komt daar nog eens 760 euro bovenop, indien het uw enige woning is. Als u minstens drie kinderen heeft, kan u daar nog 80 euro bijrekenen, wat het maximale bedrag van 2.360 euro per persoon opbrengt. Diezelfde woonbonus geeft u uiteindelijk ook recht op een belastingvermindering van 40%.

U heeft geen recht op de woonbonus op een tweede verblijf waarin u zelf niet gaat wonen, maar wel op een minder genereuze federale belastingvermindering. Die bedraagt namelijk 30% en wordt berekend op 169,20 euro + 6% van uw netto belastbaar beroepsinkomen, met een globaal maximum van 2.310 euro.

Addertje onder het gras

Ten slotte is er ook een beperkt verlies als u in een tweede verblijf investeert. U heeft in dat geval voor uw eerste namelijk niet langer recht op de verhoging van 760 euro van de Vlaamse woonbonus want deze geldt immers enkel als u maar over één woning beschikt. Met de aankoop van een tweede verblijf, voldoet u niet langer aan die voorwaarde.

Het uitgangspunt blijft echter dat u opteert voor een tweede verblijf om ervan te genieten eventueel zelfs met een financieel voordeel bij verhuring.  Uiteraard met de steun van 2HB!

Herlees hier het integrale artikel.

Bron: spaargids.be