85 % van de woonkredieten zijn bestemd voor aankoop van een tweede verblijf

Tweede verblijf - Financieel - 2HB

De tweede verblijf barometer van BNP Paribas Fortis leert dat de Belgen vorig jaar gemiddeld 155.000 euro hebben geleend voor een tweede woning in eigen land. De grootbank merkt op dat 85,5 % van alle verstrekte woonkredieten bestemd was voor een tweede woning in België. Opvallend is dat de Belgen bereid zijn meer te lenen wanneer ze een woning kopen voor eigen gebruik. In dat geval lenen ze gemiddeld 159.300 euro. Wanneer de woning bedoeld is om te verhuren, valt dat bedrag terug tot 150.533 euro.

"Zolang de andere investeringsmogelijkheden minder interessant blijven en de rentevoeten laag zijn, is een investering in vastgoed een goed alternatief", reageert Hilde Junius, woordvoerster bij BNP Paribas Fortis. Al zijn de lage rentevoeten niet de enige stimulans om een tweede woning te kopen. In tegenstelling tot een gewone investering, geniet u bij de aankoop een tweede woning van een extra fiscaal voordeel. "En bij een heropname van een woonkrediet kan je nieuwe hypotheekkosten vermijden", gaat Junius verder.

Belastingvoordeel

Waar de eerste woning een gewestelijke bevoegdheid is, is een tweede niet-eigen en niet-enige woning een federale bevoegdheid. Aangezien het niet langer om je enige en eigen woning gaat, wordt bij de berekening van het belastingvoordeel niet langer met de woonbonus gewerkt, maar met het federaal fiscaal stelsel van langetermijnsparen. In dat geval geniet u van een maximale fiscale vrijstelling 2.260 euro. De belastingvermindering bedraagt dan 30 %. Voorts geniet u ook nog van de federale gewone intrestaftrek.

Enkel wanneer u in de tweede woning gaat wonen tijdens uw lening kan u sinds 1 januari 2016 niet langer een beroep op het federaal belastingvoordeel. Uw tweede eigen woning valt dan onder de geïntegreerde Vlaamse woonbonus.

Grote steden populair

Uit de studie blijkt overigens dat veel mensen een tweede woning zoeken in grote steden zoals Gent en Antwerpen. Al maakt Junius een kanttekening bij die vaststelling. "Gent en Antwerpen zijn inderdaad populaire steden. Maar dat heeft ook te maken met de grootte van de steden. Daarom is er meer vastgoedactiviteit en komen ze in de top tien", verduidelijkt ze. "Kleinere steden, die ook aantrekkelijk zijn voor een tweede woonst, zoals Koksijde, zullen niet snel bovenaan komen, omdat die steden kleiner zijn en er in vergelijking met de grote steden veel minder vastgoedactiviteit is."

Een tweede woning is bovendien niet langer weggelegd voor de 50-plussers. De gemiddelde ontlener is 43 jaar. Ter vergelijking: wie een lening aangaat voor een eerste, eigen woning is gemiddeld 37 jaar. Toch blijft een tweede woning kopen weggelegd voor de kapitaalkrachtige medemens. "Wie een tweede verblijf koopt, heeft meestal al een mooie spaarpot opgebouwd. Zij investeren bijvoorbeeld in een appartement en kiezen voor een stad met veel faciliteiten om er later zelf te gaan wonen", besluit Junius.

Bron: Moneytalk.be | Trends