55-plussers lopen storm voor een tweede woning

55plussers lopen storm voor tweede verblijf - Financieel - 2HB

BNP Paribas Fortis, de Belgische marktleider in woonleningen, zag vorig jaar het aantal kredietaanvragen door 55-plussers met meer dan een kwart toenemen. Naast renovatiedossiers zat vooral de aankoop van een tweede woning sterk in de lift. Het aantal kredietdossiers voor tweede woningen ging zelfs met 30 procent omhoog. De belangstelling van de babyboomgeneratie voor de aankoop van een tweede woning is niet helemaal nieuw. Ook in 2015 ging dit type van kredietaanvragen al met 20 procent omhoog. Die trend is in 2016 nog sterker doorgegaan.

Volgens Greet Van Criekingen, kredietmanager bij BNP Paribas Fortis, ‘profiteren de 55-plussers van de goedkope woonleningen’ – de vaste rente op 10 jaar ligt tegenwoordig op 2,46 procent – ‘om in vastgoed te investeren’. Daarbij geldt de aankoop van een tweede woning als alternatieve en betere investering dan het rendementsloze spaarboekje.

Woordvoerster Hilde Junius preciseert dat het in iets meer dan de helft van alle tweede woningen uitdrukkelijk gaat ‘om de verwerving van een opbrengsteigendom’. Het zijn geen woningen of appartementen voor eigen gebruik, bijvoorbeeld als vakantieverblijf, ‘maar om te verhuren’.

Die vaststelling sluit aan bij bevindingen van de studiedienst van de Vlaamse regering. Die maakte onlangs bekend dat er weinig nieuwe tweede (vakantie)verblijven bijkomen aan de Kust, maar dat er integendeel wel een forse toename is van tweede woningen in de binnensteden. Zo zag de stad Antwerpen het aantal tweede verblijven op zijn grondgebied stijgen van 12.500 in 2014 naar 18.000 in 2016.

Ook het Steunpunt Wonen heeft deze trend in kaart gebracht. Uit een recente studie over de private huurmarkt in Vlaanderen blijkt dat 43 procent van de eigenaars van huurwoningen tussen 45 en 65 jaar oud is. Nog een indicatie dat de Vlaamse babyboomers erg actief zijn op de vastgoedmarkt: bij BNP Paribas Fortis gaat 9 procent van alle toegekende woonkredieten naar 55-plussers. Twee jaar geleden bedroeg het aandeel van de 55-plussers in de totale kredietportefeuille nog maar 7 procent.

Typisch voor deze leeftijdsgroep is dat ze amper 57 procent van de waarde van het vastgoed moet lenen bij de bank. Voor het overige deel van de aankoop- of renovatiekosten kunnen ze terugvallen op het doorheen de jaren opgebouwde eigen vermogen.

De 55-plussers verschillen hierin fundamenteel van de jongere generaties. Bij de twintigers is er nog niet veel sprake van eigen kapitaal. Zij moeten gemiddeld 86 procent van de vastgoedwaarde lenen bij de bank. Dat is boven de grens van 80 procent die door de meeste banken wordt gehanteerd.

Voor een renteopstoot moeten kandidaat-bouwers niet meteen vrezen. Toch ziet Greet Van Criekingen van BNP Paribas Fortis de vaste rente op tien jaar geleidelijk richting 3 procent stijgen.

Bron: Second Home Expo / De Standaard