Uitstervende & opkomende vastgoedtrends

Terwijl ze een goede tien jaar geleden nog aan tienduizenden voorgevels hingen, lijken tegenwoordig enkel nog makelaars er gebruik van te maken.

Uit een recente bevraging is gebleken dat er slechts bij één op de drie Belgen wiens huis wordt aangeboden voor verkoop nog een ‘te koop’-bordje in de voortuin staat.

Het succes van de ouderwetse ‘te koop’-bordjes neemt daarmee duidelijk af maar de redenen daarvoor kunnen heel uiteenlopend zijn. Sommigen denken wellicht dat het volstaat als zij hun woning online voor verkoop aanbieden, terwijl anderen misschien niet willen dat de buren weten dat ze hun woning willen verkopen. Het is hoe dan ook een zichtbaar gevolg van de technologische evolutie.

Dergelijk verkoopsbord blijkt nochtans steeds nuttig te zijn.   Het merendeel van de potentiële kopers speurt namelijk weer op goed geluk hun favoriete buurten af, op zoek naar o.a. het tweede verblijf van hun dromen. Het is vooral de “social media” die aan de populariteit van de borden vreet. Eén op de vijf particuliere verkopers (zo’n 21%) zet z’n woning vandaag de dag bijna uitsluitend te koop op Facebook of andere sociale media.

“Vooral Belgen jonger dan 50 zijn snel geneigd om alleen op sociale media te rekenen. Al vergeten ze vaak dat ze op die manier bijna uitsluitend voor eigen kerk prediken. Kandidaat-kopers vind je eerder buiten je eigen vrienden- en familiekring. Wij raden verkopers daarom aan om ook minstens één ‘Huis te koop’-bordje uit te hangen. Zo vergroot je de kans op meerdere geïnteresseerden. Zeker als je weet dat opnieuw meer kandidaat-kopers op goed geluk buurten afspeuren naar een ideale woning.

Steeds meer en meer geïnteresseerde partijen zijn trouwens strenger dan ooit tevoren tijdens het keuren van de buurt rondom hun woonst of tweede verblijf en spenderen er zelfs een volledige dag aan. Uiteraard kijkt men uit naar de belangrijkste factoren, waaronder bijvoorbeeld de totale reistijd naar het werk, de verkeersdrukte en/of geluidshinder in de straat en natuurlijk de nabijheid van een warenhuis of kleine supermarkt. Verschillende ‘dagtrippers’ wanen zichzelf tegenwoordig dan ook als heuse detectives. Tijdens de keuring mag er absoluut niets over het hoofd worden gezien. Zo wordt er bijvoorbeeld uitgezocht welke reputaties bepaalde scholen in de buurt hebben en of men s’ ochtends niet te ver moet rijden om het ontbijt te halen bij de plaatselijke bakker. Aan de hand van al die factoren beslissen ze uiteindelijk of ze al dan niet een bod op de woning doen.  Het belang aan buurtinformatie wordt schijnbaar steeds groter. Belgische huizenjagers organiseren daarom bijna letterlijk een dagtrip vooraleer ze tot een aankoop overgaan.

“Men wil exact weten hoeveel tijd men nodig heeft om tot aan het kinderdagverblijf te fietsen, of er meer dan één route naar de oprit van de snelweg is, enzovoort. Men wil zoveel mogelijk details kennen vooraleer men tot een aankoop overgaat. Dat in een aantal gemeenten en steden in ons land de woningprijzen de afgelopen jaren stevig zijn toegenomen, is daar niet vreemd aan. Voor heel wat jongeren is het niet langer evident om in hun geboorteplaats snel een ideale woning te vinden. Als je naar een andere stad of dorp verhuist, moet je alles opnieuw ontdekken. Dat doe je beter voor je een verkoopakte tekent, dan erna.”

Herlees hier het Integrale artikel.

Bron: bouwenenwonen.net